Verwarm de oven voor tot 175 graden Celsius en bekleed een cakevorm met bakpapier. Maak de kaneelsuiker door de suiker en de kaneel te mengen in een kommetje.
Meng de bloem, baksoda en het zout in een grote kom. Mix in een kleinere kom het ei en de suiker. Voeg de olie, yoghurt melk en het vanille extract toe en meng nog even. Giet de natte ingrediënten bij de droge ingrediënten en meng totdat alles net door elkaar zit. Meng zeker niet te lang.
Giet de helft van het beslag in de cakevorm en verdeel hier het grootste gedeelte van de kaneelsuiker over. Bewaar ongeveer 2 eetlepels voor op de bovenkant. Giet de rest van het beslag nu in de vorm en verdeel gelijkmatig. Strooi de rest van de kaneelsuiker erover. Maak met een mes een slingerbeweging door de bakvorm om de kaneelsuiker een beetje te verdelen.
Bak het brood 50 minuten tot een uur in de voorverwarmde oven. Dek na ongeveer 30 minuten de bovenkant af met aluminiumfolie om verbranden te voorkomen. Controleer of het brood klaar is door er een sateprikker in te steken, als deze er schoon uitkomt is het brood goed. Laat het brood helemaal afkoelen in de vorm op een rek.
Meng voor het glazuur alle ingredienten in een kom. De glazuur moet stevig zijn maar nog wel vloeibaar, voeg eventueel wat extra poedersuiker of melk toe om de juiste dikte te krijgen. Als het brood helemaal afgekoeld is schenk je er het glazuur over. Je hoeft niet alles te gebruiken.